4e Henri Nouwen Lezing

Last modified: 01 January 1970 02:00:00

Menselijk worden


Door Jean Vanier
23 november 2002
4de Henri Nouwen Lezing
Utrecht

(De navolgende tekst is een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de meditatieve voordracht door Jean Vanier. Deze voordracht werd voorafgegaan door een mime voorstelling door bewoners van de Ark Gouda, die een parabel uitbeelden. In die parabel liet een koning en koningin voor zich een prachtig paleis bouwen. Hoogtepunt zou worden een spiegelzaal met een hele grote spiegel. Toen deze spiegel het paleis werd binnen gedragen struikelden de dragers en viel de spiegel in duizend stukken uiteen. Het leed was niet overzien totdat de architect op het idee kwam om een mozaïek van alle gebroken stukjes spiegel te maken en die spiegelzaal werd zo een fonkelend mooi hart van het paleis)

Het spijt mij dat ik geen Nederlands spreek en toch hoop ik dat je mij wilt verstaan. Elkaar verstaan, elkaar waarderen en lief te hebben met de handicaps die wij hebben daar gaat het ons om in de Ark en in Geloof en Licht gemeenschappen.

Het is belangrijk mensen te leren verstaan die niet spreken en nauwelijks communiceren en om hen te begrijpen om op een bepaalde wijze hoopvol met hen samen te zijn. Ik denk dat je het belang van de parabel wel zal hebben begrepen. Die gaat over onze gebrokenheid, de jouwe en de mijne en die van de mensheid. Treuren we of zijn we wanhopig dat wij gebrokenheid in ons hebben of is er wellicht een bijzondere geheime betekenis in gebrokenheid? Ik vraag je eens even stil te staan om je eigen gebrokenheid in te zien. Want we mogen dan wel mooie theorieën hebben, een goed verstand, prachtige kunst zien of luisteren naar mooie muziek, maar de gebrokenheid van de mens is iets bijzonders. We staan aan het begin van een tijd in de geschiedenis van de mens dat wij ons steeds meer en meer bewust zullen worden van onze gebrokenheid.

Een van de mooiere eigenschappen van Henri Nouwen was zijn enorme zoeken. Dat was zowel zijn bijzonderheid maar ook zijn pijnlijke smart. Degene die hem nog gekend hebben weten dat maar al te goed. Maar vanuit zo'n pijnlijke smart kunnen we proberen begrip op te brengen. Vaak zeg ik over Henri dat hij de zegen van het woord had. Hij vond een taal en hij vond de woorden welke zijn zoeken weergaven.

De werkelijke vraag is in ons heden: wat betekent onze menselijkheid? Velen van ons hebben de oorlog meegemaakt en daarna de economische groei. Onze landen zijn steeds welvarender geworden. Wij ervaren veiligheid in welvaart, in democratie en in de rechtsstaat.

Maar plots is er iets gebroken en staan we tegenover iets geheel nieuws. De vraag is nu we die gebrokenheid zien: wat doen we er mee? Treuren we ? Worden we wanhopig ? Worden we kwaad of proberen we de betekenis ervan te begrijpen. Ja, wat heeft onze wereld eigenlijk vandaag de dag te betekenen?

Ik was in Parijs op 11 september 2002 toen de twin towers werden aangevallen. Toen ik terug kwam in de gemeenschap waar ik woon, werd mij verteld wat er was gebeurd. Iemand vroeg me om naar de televisie te komen kijken. Nee laat maar, zei ik. Ik ben erg gevoelig voor beelden die ik zie. Ik wil niet hebben dat het beeld van mensen die uit de torens hun dood te gemoed springen mij gaan beheersen. Ik wil vrij blijven van beelden van angst en er niet door worden beheerst. Ik ben daar kwetsbaar voor. Dat is deel van mijn kwetsbaarheid. Ik ben niet kwetsbaar voor mensen, maar voor beelden waarbij er geen relatie is tussen mij en de mensen die ik in beeld zie lijden. Enige dagen na die aanval waren er overal gebedsbijeenkomsten van Christenen, Joden en Moslims. Ik voelde me er soms ongemakkelijk mee. Ik vroeg me af: waarvoor bidden we eigenlijk? Wat willen we? Waar gaat mijn gebed over? We kunnen wel belijden vredelievend te zijn, maar willen we ook werkers aan vrede zijn? Als je aan de vrede wilt werken dan betekent dat je gaat naar de plaatsen waar conflict en spanning is. We zijn allemaal als de dood voor conflicten en zeker voor gevaarlijke conflicten. Ik voelde van binnen dat het voor mij belangrijk is me echt te wijden aan het werken voor vrede en om Jezus te vragen mij de kracht te geven naar de plaatsen van haat en conflict te gaan, wat daarvan ook de gevolgen mogen zijn.

Daarom is mijn vraag nu wat is de betekenis van onze wereld en hoe kan ik en ieder van ons werkers aan vrede zijn in plaats van liefhebbers van vrede. Dat is niet makkelijk. We houden allemaal van vrede. We zeggen zelfs: laat me in vredesnaam….Soms zien we vrede als iets dat niet verstoord mag worden door iets nieuws. Vrede als het onverstoord blijven van onze gemakken, manier van leven en niet geraken in een nieuwe situatie vol verwarring of onzekerheid, die ons vragen opnieuw op zoek te gaan. De 11de september stortte veel mensen in onzekerheid. Wat is nog zekerheid en onzekerheid, vragen we ons af? Wat is jouw zekerheid en wat is de mijne? Wat wil ik? Ben ik bereid de weg van onzekerheid te gaan? Alles leek gebarsten, de spiegel waarin we gekeken hadden lag in scherven.

Iemand had een idee: de kunstenaar die inzag dat de gebroken stukken samen weer iets nieuws konden doen ontstaan. Natuurlijk was de koning, de koningin en iedereen ontzet, in verwarring en heel onzeker: wat nu? Ja, ook in ons eigen leven moeten wij op zoek zijn naar de goddelijke kunstenaar die met onze gebrokenheid iets aankan.

Na 11 september ontstond er grote angst. President Bush trok een extra 47 miljard dollar uit voor bewapening en inmiddels is nog veel meer uitgegeven om een geweldige organisatie op te bouwen om zijn land tegen terrorisme te beschermen. Bush heeft al besloten om een gigantisch scherm over Amerika te ontplooien tegen vijandelijke raketten. Het paradoxale is evenwel dat de oorlog van binnenuit was voorbereid en niet van buitenaf. De oorlog werd gevoerd door in Amerika opgeleide piloten. Beschermende muren rondom werden opgetrokken. Je hoorde al gauw verklaringen van veel Amerikanen dat zonder twijfel hun cultuur de beste was en dat die moest worden beschermd tegen de rest van de wereld, met logisch gevolg dat de muren van antisemitisme en antiarabisme hoger en hoger werden opgetrokken. Wat doen we als we angstig zijn: we bouwen muren, hoge muren om ons tegen het onbekende en tegen alles wat onze rust zou kunnen verstoren te beschermen. Hoger en hoger maken we de muren. Zo ziet het er nu uit als je naar onze wereld kijkt en naar de situatie van Israël en van Palestina.

Palestina is altijd een land geweest dat de Ark zeer dierbaar was. We hadden een Ark gemeenschap in Bethanië en daar kwamen ook moslims. Onze gemeenschap was naast een moskee gevestigd en de plaatselijke bevolking was onze buur, waarmee wij een relatie hadden. Maar toen kwam er de Golfoorlog en we werden gedwongen ons huis daar sluiten, immers op een of andere manier hadden de Palestijnen aan de kant van Saddam Hoessein gestaan in die oorlog.

Ik ben veel in Noord-Ierland geweest. Ik gaf retraites in Belfast. Het was er bijzonder gespannen. Onze retraites waren oecumenisch; de helft van de deelnemers was protestant en de helft was katholiek. Het was in 1972 of 73 en wat me opviel dat de mensen van de ene kant nimmer de mensen van de andere kant hadden leren kennen of ontmoet. Die woorden " de andere kant", "de ander" "de anders zijnde ". Het werd een zeer bewogen retraite de ander te leren kennen en naar het verhaal van de ander te luisteren.Vertel me jouw verhaal en vertel me je verlangen naar liefde om te komen tot de liefde van de Heer en tot de boodschap van het evangelie. Vertel me jouw verhaal. In kleine groepjes vertelde ieder zijn verhaal aan de ander. Toen we de laatste morgen bij elkaar kwamen en een ieder vertelde wat hij of zij in die drie dagen had meegemaakt. Altijd nog herinner ik me Winny O'Shea, een protestants diaken die me vertelde dat zij de een katholieke non had gesproken: "Weet je wat ik ontdekte: die non hield van Jezus en ik wist niet dat Katholieke van Jezus hielden" en toen voegde zij er aan toe: "ik denk dat zij meer om Jezus geeft dan ik". Ik was er diep door geraakt. De weg naar eenheid en gemeenschap gaat altijd over bescheidenheid, nederigheid en goed vertaan van de ander. De katholieke non zei me : "Ik wist niet dat protestanten zo konden bidden", want elkaar afwisselend hadden we de nacht in gebed doorgebracht. Zo vraagt altijd de ander: vertel me hoe jij naar liefde zoekt en in liefde opbloeit. Ik wil jouw verhaal horen en dat moment is van immens belang. Als je ziet wat er gebeurt in Israël en in Palestina dan is het een totaal ander verhaal van de Israëlische kant als van de Palestijnse kant. Totaal anders.

Zo hoor je ook een heel ander verhaal van mensen met een handicap over hoe zij de wereld zien dan wanneer je het verhaal van mensen hoort die goed en zelfverzekerd in de wereld staan. Als je die laatsten vraagt hoe zij de mensen met een handicap zien dan zullen ze wel daarover wel wat zeggen. Vraag mensen met een handicap waar hun leven overgaat, wat hun verdriet is en waar hun hoop is opgericht dan.zullen zij wellicht niet in staat zijn dat goed onder woorden te brengen, of misschien kunnen ze wel niet praten zoals wij, maar ook zij hebben hun verhaal aan ons te vertellen en wij ons verhaal aan hun.



Gedurende de oorlog in Kosovo was er een Servische priester, die bij het oprukken van de Serviërs Kosovaren in zijn kerk verborgen in veiligheid hield. Toen door de NATO bombardementen het tij keerde bracht dezelfde priester vluchtende Serviërs onder. Deze priester zag in ieder mens niet hoe hij geëtiketteerd was, maar een mens met een hart. Hij zag dat we allen gelijkelijk deel uitmaken van één gemeenschappelijke mensheid en eenieder van waarde en uniek is. Veel mensen weten niet waarom zij van waarde zijn. Misschien zijn we grootgebracht in een cultuur waar we geleerd hebben dat we zelf van waarde zijn, maar anderen die verschillend zijn van heel wat mindere waarde. Ik denk dat we ons echt goed moeten realiseren wat dat betekent; van waarde zijn. Dat betekent zeggen: "jij bent mijn broer, jij bent mijn zuster in het mensdom"

Iemand die mij de laatste jaren zeer geraakt heeft is een Nederlandse vrouw. Velen van jullie zullen haar zeker kennen of van haar hebben gelezen. Ze was meer dan een jaar in kamp Westerbork en kwam in 43 om in Auschwitz. Etty Hillesum is haar naam. Ik ben zeer bewogen door hoe die jonge vrouw zocht het allemaal te begrijpen en zocht naar God. Ze heeft heel veel belangrijks geschreven. Toen ze een keer weer uitgescholden werd door een Gestapo, schreef ze op: ".. en ik keek naar hem, zonder angst en ik zag eigenlijk een nog maar kleine jongen die aan therapie toe was". Ze begreep wat het betekende om je vijand lief te hebben. Zij zei:" God ik doe je een belofte, ja ik beloof je om voor jou een tehuis te vinden, want in vele huizen leeft niemand. Ik wil dat je die huizen binnengaat als eregast. Zo'n huis is hij en zij en zo'n huis ben ik, huizen van God, waar God verlangt onderdak te mogen krijgen"

Kort geleden was ik in mijn eigen gemeenschap, had ik het moeilijk en klaagde tot God vanwegen moeilijkheden die ik had en die ons aller dagelijks brood zijn. Ik zag dat ik vol van klachten raakte. Ik weet niet goed wat het is wanneer we wat ongelukkig zijn met God. Maar plots kwamen die woorden van Etty bij mij op. Zij zat in kamp Westerbork waar duizenden Joodse mensen hun deportatie naar Auschwitz afwachtten. Te midden van al die ellende en al die pijn van die opeengepakte mensen zei ze: "Wij zijn het niet die God hebben, het is U die mij en ons nodig heeft. Want U kan niet in deze wereld komen tenzij ik mijn hart voor u open". De geheimenis is dat Gods armen - als ik die uitdrukking mag gebruiken - vastgebonden zijn aan onze vrijheid. Het werk van God in deze wereld is vastgeketend aan onze vrijheid. Hoe kan God in deze wereld aan het werk tenzij ik hem de ruimte geeft door mij en door ieder van ons te laten werken? Als iemand honger heeft dan stuurt God geen aardappelen vanuit de hemel naar de aarde. Al wat God in bescheidenheid en kwetsbaar kan doen is op ons een beroep doen en ons zeggen dat hij ons nodig heeft: ben jij bereid met de hongerige te delen, ben jij bereid vrede te maken waar conflict dreigt, ben jij bereid Ja te zeggen, zodat de geest en de visie van Jezus op de wereld binnenkomt.God werkt alleen in en door jou.

Als Jezus op de deur klopt van je hart - en dat gebeurt dagelijks - kan je 'kom binnen' zeggen en je kan nee roepen. We kunnen roepen "barst maar", maar dat betekent ook zo gebarsten en gebroken als je bent.We zijn in staat om te vergeten, alles willen vergeten, haat, slachtpartijen en ellende, en natuurlijk zijn we als de dood zo bang. Ik was kort na de genocide die er plaats vond in Rwanda en sprak met een vrouw waarvan zevenenvijftig familieleden waren afgeslacht. Ze zei me vol haat opgekropt te zitten en dat iedereen haar voorhield verzoeningsgezind te zijn, maar niemand haar vergeving had gevraagd. "En wat moet ik aan met die haat in mij?" vroeg ze mij. Ik was erg bewogen door de pijn die deze vrouw in zich had en ik wist dat haar haat normaal was en een gewone normale reactie. Er zou iets mis met haar zijn als zij daar niet vol van zat. Zoiets als zij had meegemaakt kan je niet vergeten, doen alsof het niet bestond. Ik vroeg haar:" Zou je hen gedood willen hebben, die jouw familie hebben omgebracht ?" "Nee, dat niet, er heeft al te veel bloed gevloeid en er is teveel dood gezaaid", antwoordde zij. Ik zei haar:"Je hebt de eerste stap, een eerste stap die heet de 'weigering van wraak', gezet op de weg die leidt naar vergeving. Die eerste stap heb je gezet en er zijn nog vele te nemen. Dat je vol haat zit, begrijp ik, maar zie in dat je een eerste stap hebt gezet, andere stappen zullen daarna volgen.."

Om de kern van verzoening en de weg naar vrede is op te kunnen gaan moeten we begrijpen wat vergeving betekent en beter inzien wat vrede betekent. Vrede betekent de betekenis vinden van onze gebrokenheid, van hoe we uit elkaar liggen, te beginnen met die gebrokenheid in mij zelf. Het is goed dan te bezien hoe ons eigen verhaal, het verhaal van ieder van ons en van onze cultuur in elkaar zit en opgebouwd is met muren hoog opgetrokken ter bescherming van onze kwetsbaarheid, want als we ergens bang voor zijn dan is het wel om te lijden door onze eigen zwakheden en kwetsbaarheid.

De Patriarch van Constantinopel, Athenagoras, die in 1971 overleed,- een van de grotere denkers van onze tijd, zei (ik ben niet zeker hoe lang het was voor zijn dood): " Nu ben ik eindelijk zonder wapens. Lang in mijn leven vocht ik een oorlog uit tegen mijzelf, want ik wilde altijd het gelijk aan mijn zijde en het ongelijk bij de ander. Wat mij voor ogen stond was immer het beste. Maar nu de oorlog in mij voorbij is en ik zonder wapens leef, wil ik al het mooie zien in de woorden van anderen en zien dat daar zoveel schoons, zoveel waars en zoveel goeds in schuilt. Want ik wil niet achter wat mij voor ogen staat aan hollen, maar ik wil zien wat de ander voor ogen staat en de waarheid van eenieder. Ja nu ben ik eindelijk zonder wapens en eerst nu zie ik dat ik het woord dat vleesgeworden is ontmoet. Ik heb Jezus ontmoet en ik heb ontvangen de gift van Jezus, de gift van de Geest, de gift van God."

We hoeven niet ons zelf nog langer te verdedigen, maar laten wij kleine lichtjes van vrede zijn. We staan wellicht kort voor het uitbreken van een oorlog tegen Irak, we weten niet waartoe dat weer zal leiden. We weten van de crisis in Argentinië en wat vandaag daar gebeurt kan morgen weer elders gebeuren. Wat er gebeurt aan de Ivoorkust kan gebeuren op vele andere plaatsten in de wereld waar scheidingslijnen worden getrokken en waar blokkades worden opgeworpen. De Berlijnse muur werd gesloopt, maar andere worden weer opgetrokken. Ik ben zeer betrokken bij Noord Ierland, waar tussen de leiders een grondwet werd uitgewerkt, maar de situatie aan de basis werd vergeten. Je kan prachtige wetten schrijven en mooie dingen ervan maken, maar als je niet naar de mensen toegaat en luistert naar de ander en andersdenkende, dan gebeurt er niets.

Ik was kortgeleden in een klein dorp in Servië nabij de grens met Hongarije. Het dorp was half orthodox en half katholiek. Ik vroeg de mensen: ontmoeten jullie de ander wel, want zowel de katholieken hadden hun eigen kerken, scholen, bedrijven als de orthodoxen, maar ontmoet men elkaar? Ontmoeten is natuurlijk niet even " Hallo" zeggen, maar het betekent je kwetsbaar opstellen en dat front dat je optrekt verlaten, je vrees verlaten. Luister goed en vraag je voortdurend af waar zit de angst, de angst in jou, in mij . Waar zijn we zo bang voor, waar is ieder van ons zo bevreesd voor? Wanneer raak je in paniek? Waar is dan je hoop, waar is je verlangen te werken aan vrede?. Was je bereid wat op te geven, voorrechten, macht of bezit? We gaan een complexe wereld tegemoet. Wanneer ik hier in deze kerk de honderden kleine theelichtjes zie fonkelen -en ik hou daarvan -, dan zie ik daar een teken in. Het is mogelijk dat we in een wereld terechtkomen die heel donker is, waarmee conflicten zijn, veel haat, bol staat van angst, veiligheid verdwenen is en waar mensen met onveiligheid op onveiligheid antwoorden, maar toch ook zie ik een wereld als een wereld van kleine lichtjes, waarin eenieder van ons zo'n lichtpuntje is. Waar zie ik die lichtjes ? Die zie ik in plaatsen van gemeenschappen waar wij de mogelijkheid hebben ons verhaal elkaar te vertellen, waar we leren om elkaar te geven, waar we voorbij de macht van zelfzuchtigheid komen, voorbij het gevoel onszelf als centraal punt in het universum te zien en God vervangen in plaats van in te zien dat een ieder van ons meer is dan een zandkorrel op een uitgestrekt strand. We zijn maar heel klein en de tijd gaat zo snel dat het niet zo lang zal zijn of er zit geen leven meer in onze botten. Toch is eenieder, hoe klein ook, van het grootste belang. Want lijken we onbeduidende zandkorrels, eigenlijk zij we een klein zaadje, eenieder van ons, dat tot groei kan komen, dat tot leven komt. Ik zie gemeenschappen, mensen onderling en echtparen vaak worstelen in gesprekken om de mogelijkheid te krijgen dat ieder zijn verhaal kan vertellen. Zo zie ik ouders die niet naar hun kinderen luisteren om te kunnen zeggen - ja dat wilde ik van je horen -, maar om te kunnen zeggen, ik zie dat je vrijheid hebt, vrijheid hebt je zelf te zijn. Wat belangrijk is dat ieder jong mens ontdekt geen zandkorrel maar zaad te zijn; dat wij leven kunnen brengen. Ik zie dan ook in vele kleine gemeenschappen en in vriendschappen mensen die elkaar op het eerste gezicht niet zo mogen hun best doen om de ander lief te hebben. Ik zie mensen er zich voor inzetten deuren te openen, contacten te leggen en vast te houden en in communicatie met de ander te blijven. Dat zag ik in de kleine gemeenschap "Caomilla" in Noord Ierland, waar vijftien moeders die een echtgenoot of zoon hadden verloren door geweld van de andere zijde samenkwamen met vijftien moeders van de andere zijde die hun echtgenoot of zoon verloren hadden door geweld van de andere zijde. Dertig vrouwen die samen hun verdriet delen en hun gemeenschappelijk menszijn ontdekken.

In India hebben we kleine gemeenschappen in Calcutta, Bangalore, Madras en Katalur, waar we samenleven als Moslim, Christen of Hindoe. Enige tijd geleden kwam iemand de gemeenschap in Bangalore binnen en vroeg of een heel zwaar gehandicapte jongentje die voor de deur was geplaatst kon worden opgenomen. Buiten zat dat jochie, onder het vuil en aan wat die aan kleding aan had leek het een Moslim jongetje. Sham, een Brahmaan, zei: breng hem binnen en dan kan hij wel mijn kamertje delen. Een Brahmaan en een Moslim. De jongen werd opgenomen en het kostte wel een paar dagen hem schoon te krijgen. Het leek wel of hij langzamerhand weer tot leven kwam en hij begon zelfs een beetje te lopen. Op een dag nam een van de assistenten - zelf Moslim - hem mee naar de moskee. Opeens schreeuwde iemand: "Elias" . Onze gemeenschap had de jongen Abdoel- geschenk van God - genoemd. Toen plots die schreeuw "Elias". Het bleek een neef te zijn die zijn kleine neef, die reeds maanden zoek was, weer had teruggevonden. Kort daarna kwam de hele Moslim familie van Elias. De oude vader bedankte de gemeenschap en zei dat hij graag wilde dat Elias nu bij ons zou blijven omdat hij daar zoveel levensgeluk had gevonden. "Hij kan iedere twee weken bij ons zijn, maar wij willen graag dat hij bij jullie woont ", zei de oude vader ons. Zo leren we samen te komen. Zo leren wij onze gemeenschappelijke menselijkheid te delen als Moslim, Christen, Hindoe, als de ander , als degene waar we vrees voor hebben, als degene waar we bang voor zijn omdat we nog niet in staat zijn te zeggen " ik draag geen wapens meer", zoals Patriarch Athenagoras.

Misschien ben ik nog steeds bezig mijzelf te beschermen, en heb ik nog veel meer nodig mij de geest van Jezus eigen te maken, zodat de barricades om mijn hart worden geslecht, zodat ik andere en andersdenkenden kan ontmoeten en kan laten zien dat ook hij of zij van waarde is. Zo kan ik misschien gaan zeggen met Etty: " ik beloof je mijn God, ja ik beloof je; er zijn overal zoveel lege huizen en ik wil Jou een onderdak geven en ik wil je in ieder huis brengen als een ere gast". Deze woorden van Etty hebben mij diep geraakt, want nu ik ouder word is mijn rol in mijn gemeenschap om alleen maar te luisteren, te luisteren naar de pijn en vragen van assistenten. Maar wat Etty, die op haar negenentwintigste stierf , mij te zeggen heeft is dat mijn en eenieders opdracht is om bewust te worden dat God aanklopt op de deur van ons hart. Niet dat ik God zo nodig heb, maar omdat God ons zo nodig heeft, moet ik hem binnenlaten. Daarom kan eenieder worden een " kunstenaar van vrede". We hoeven niet naar de Gazastrip toe te gaan of in de straten van Belfast te zijn, en we hoeven niet op de frontlijnen in de Ivoorkust te staan om vredemakers te zijn. Wees een vredestichter in je eigen huis, voor je eigen kinderen, voor mensen in je omgeving. Zo kan ieder van ons, eenieder op zijn eigen wijze, een klein fonkelend lichtje worden in een duistere wereld en zo zal het ene licht weer licht aan de ander geven en zo zal langzaam maar zeker het licht de duisternis verdrijven.